Ben je een student en op zoek naar een baan? Dan kan het zijn dat je met behoorlijk wat vragen rond loopt. Wat mag je bijvoorbeeld verdienen? Hoeveel dagen mag je eigenlijk werken tijdens een schooljaar of in de vakantieperioden? Heb je bij een studentenjob te maken met een minimum loon? Het zou ook kunnen dat je met vragen zit die over een stage gaan. Zo krijg je bijvoorbeeld te maken met verzekeringen en dergelijke.
Wanneer je eenmaal klaar bent met studeren wil je wel goed voorbereid zijn. Je wilt weten hoe je je als werkzoekende kunt inschrijven, wat een startbaan is, hoe je aan een startbaankaart komt en nog veel meer. Lees hier verder en ontdek alles wat je als student moet weten om straks goed aan het werk te kunnen gaan.
In een kalenderjaar mag je maximaal 50 dagen werken als jobstudent. Je kunt deze 50 dagen over het gehele jaar verdelen zoals jij dat wilt. Houd hierbij rekening met de voorwaarden van je werkgever. Tot 1 januari 2012 mocht je maar 46 dagen per kalenderjaar werken die vast waren verdeeld over de zomermaanden en de rest van het schooljaar. Elke periode mocht je 23 dagen maximaal werken. Als je toen bijvoorbeeld één dag per week als jobstudent wilde werken, moest je je laten inschrijven als een gewone werknemer.
Je minimale loon als jobstudent hangt van een aantal factoren af. Zo is de duur van de overeenkomst, de sector waarin je werkt en je leeftijd van belang. Er zijn vaak aparte barema’s geldig voor jonge werknemers en studenten.
Wanneer je voor minder dan één kalendermaand bent aangenomen, dan moet het barema proportioneel worden aangepast. Dit wordt bepaald door het paritair comité. Zonder barema wordt het loon in goed overleg door beide partijen bepaald.
Ben je voor langer dan een maand aangenomen? Dan geldt het barema en gewaarborgd minimum loon maandinkomen (GMNI) van de betreffende sector waarin je werkt. Als deze er niet is, dan wordt het sectoraal barema en het algemeen GMNI vastgesteld door cao nummer 43 (voor studenten vanaf 21 jaar) of cao nummer 50 (voor studenten jonger dan 21 jaar). Wanneer er geen sectoraal barema is, wordt het GMNI uit cao nummer 43 of 50 aangehouden.
De verantwoordelijkheid voor het goed verzekeren van de stagiairs ligt bij de school en de stageaanbieder. Je bent bij een stage verzekerd voor lichamelijke ongevallen, burgerrechtelijke aansprakelijkheid en rechtsbijstand. Materiële schade aan goederen of werktuigen wordt niet automatisch verzekerd en daarom moet de polis hiermee worden uitgebreid. Over het algemeen wordt dit gedekt door de exploitatieverzekering van de stageaanbieder.